De jeugdgezondheidszorg (JGZ Jeugdgezondheidszorg (Jeugdgezondheidszorg)) heeft de neonatale na de geboorte (na de geboorte) gehoorscreening in 2019 goed uitgevoerd. Dat is de conclusie van de Monitor Neonatale gehoorscreening door de jeugdgezondheidszorg. Die verscheen in december. TNO stelt de monitor elk jaar op, in opdracht van het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu)-Centrum voor Bevolkingsonderzoek.

Veel deelnemers
De deelname aan de neonatale gehoorscreening is zeer hoog, namelijk 99,6 procent  voor alle screeningsronden . De testen worden bij 98-99 procent van de kinderen tijdig uitgevoerd.

Verwijzingen na standaardscreening
In 2019 werd 0,31 procent van de kinderen verwezen naar een audiologisch centrum na de standaardscreening. Een standaardscreening betekent twee keer OAE en daarna één keer AABR.

Aantal kinderen met gehoorverlies
In 2019 werden 129 kinderen met een dubbelzijdig gehoorverlies van minimaal 40 decibel aan het beste oor ontdekt. Verder waren er 77 kinderen met een eenzijdig gehoorverlies van minimaal 40 decibel. De kans is groot (37 procent) dat een verwezen kind ook echt een eenzijdig of dubbelzijdig gehoorverlies heeft.

Verbetering in 2019
Het tijdig diagnosticeren van de verwezen kinderen is al jarenlang een probleem. Maar dit lijkt in 2019 te zijn verbeterd. 94 procent van de verwezen kinderen krijgt nu binnen 3 maanden na de geboorte een diagnose. Dit benadert de streefwaarde van 95 procent. De verbetering is mogelijk minder sterk dan het lijkt, want in 2019 ontbraken nog relatief veel diagnoses.

Monitor neonatale gehoorscreening 2019