De landelijke Monitor Neonatale Hielprikscreening over 2024 is verschenen. In 2024 zijn 517 pasgeborenen na de hielprikscreening verwezen voor vervolgonderzoek. Bij ten minste 222 van is een van de aandoeningen gediagnosticeerd waarop wordt gescreend.
In 2024 was de deelname aan de hielprikscreening in Europees Nederland met 98,7% opnieuw hoog. Het deelnamepercentage is wel weer iets gezakt ten opzichte van een jaar eerder (2023: 98,8%). De lichte daling wordt veroorzaakt doordat iets meer ouders geen toestemming gaven.
Positief voorspellende waarde
In 2024 zijn in Europees Nederland 517 kinderen verwezen uit de hielprikscreening. Bij ten minste 222 kinderen van hen is een van de aandoeningen gediagnosticeerd waarop gescreend wordt. De positief voorspellende waarde van de hielprikscreening in Europees Nederland was 44% in 2024.
Er zijn vier fout-negatieve uitslagen gemeld in 2024, alle voor CF (cystic fibrosis ).
Tijdigheid
In 2024 werd 98,5% van de hielprikken in Europees Nederland binnen 168 uur afgenomen. Dit is vergelijkbaar met voorgaande jaren, en nog net onder de streefwaarde voor de tijdigheid van afname van 99%. Een aantal factoren die bijdragen aan de tijdigheid blijkt lastig te beïnvloeden, zoals het moment van de geboorteaangifte.
Monitor voor Caribisch Nederland
Voor Caribisch Nederland is weer een aparte Monitor verschenen. Hier heeft vermoedelijk 99% van alle pasgeborenen deelgenomen aan de hielprikscreening (n=289). Van 2 kinderen gaven de ouders geen toestemming.
In 2024 waren er in Caribisch Nederland geen afwijkende hielprikuitslagen en dus ook geen verwijzingen.
Functioneren van de hielprikscreening
De Monitor Neonatale Hielprikscreening wordt uitgevoerd door TNO, in opdracht van het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu). Zo is te zien of de programma-onderdelen goed functioneren, of dat er maatregelen nodig zijn om de hielprikscreening beter te laten presteren.
Aanbevelingen
TNO heeft ook een aantal aanbevelingen gedaan. Het RIVM werkt samen met de ketenpartners aan de opvolging ervan. Acties om meer inzicht te krijgen in de redenen voor bezwaar tegen deelname zijn al ingezet. Net als acties om te achterhalen of deze keuze wel is gebaseerd op de juiste informatie.
Acties om een snellere geboorteaangifte door ouders te stimuleren zijn ook ingezet. De resultaten hiervan worden hopelijk zichtbaar in volgende monitors.