Als counselor moet je over de volgende bekwaamheden beschikken.
1. De counselor bespreekt keuzemogelijkheden van de prenatale (tijdens de zwangerschap) screening (onderzoek) met de zwangere en haar partner en exploreert waarden.
Een counselor:
- Bespreekt keuzemogelijkheden.
De counselor bespreekt, zonder te sturen vanuit de eigen waarden, de keuzemogelijkheden die prenatale screening biedt: het recht van niet-weten, geen onderzoek, onderzoek naar chromosoomafwijkingen (NIPT (niet-invasieve prenatale test)) en lichamelijke afwijkingen (13 wekenecho en 20 wekenecho). - Bespreekt afwijkingen en aandoeningen.
De counselors bespreekt welke afwijkingen en aandoeningen mogelijk te vinden zijn met de NIPT, de 13 wekenecho en de 20 wekenecho, toetst of het begrepen is en geeft zo nodig specifiekere informatie. - Stemt af op de zwangere en haar partner.
De counselor is bij het gesprek aandachtig aanwezig en bouwt een vertrouwensrelatie op. De counselor houdt rekening met het kennisniveau, het communicatieniveau en de persoonlijke context van de zwangere en haar partner. Hierbij heeft de counselor oog voor het bestaan van kennishiaten en misvattingen. - Verkent waarden.
De counselor verkent samen met de zwangere en haar partner welke kernwaarden - in de context van prenatale screening - van belang zijn. Wat betekenen deze kernwaarden voor het al dan niet kennisnemen van mogelijke afwijkingen? Wat betekenen deze kernwaarden voor het vervolgtraject bij een vermoeden van een aangeboren afwijking.
- Informatie over de Wet op het Bevolkingsonderzoek, recht van niet weten, geïnformeerde keuze.
- Verschil in communicatieniveaus.
- Begrijpelijk communiceren met laaggeletterden.
- Begrijpelijk communiceren met zwangeren voor wie Nederlands een tweede taal is.
- Globale kennis over religie en levensbeschouwing in de verschillende culturen in relatie tot prenatale (tijdens de zwangerschap) screening (onderzoek).
- Kennis over welke chromosoomafwijkingen en lichamelijke afwijkingen worden onderzocht.
- Kennis over de aangeboren aandoeningen die worden onderzocht.
- Kennis over de levensverwachting en kwaliteit van leven van de verschillende aandoeningen en afwijkingen.
- Kennis over de behandelmogelijkheden tijdens of na de zwangerschap.
- Kennis van hoe (kern)waarden en normen gedrag beïnvloeden.
- Kennis van neutrale, waardevrije communicatie.
2. De counselor legt het aanbod prenatale (tijdens de zwangerschap) screeningstesten uit.
Een counselor:
- Exploreert kennisniveau en misvattingen
De counselor gaat na in hoeverre de zwangere en haar partner een geïnformeerde keuze kunnen maken door goede (door)vragen te stellen, afgestemd op de behoefte van de zwangere en haar partner. - Bespreekt inhoud van onderzoeken
De counselor legt, afgestemd op de behoefte en het communicatieniveau van de zwangere en haar partner, uit wat de NIPT (niet-invasieve prenatale test), de 13 wekenecho en de 20 wekenecho inhoudt.
- Mogelijke uitslagen en testeigenschappen
- NIPT (niet-invasieve prenatale test)
- Eerste trimester SEO (structureel echoscopisch onderzoek) (13 wekenecho)
- Tweede trimester SEO (20 wekenecho)
- Privacy, screeninggegevensregistratie en gegevensgebruik
- Kwaliteitsborging en gegevensregistratie
- Eerste trimester SEO in het kader van een wetenschappelijke studie
3. De counselor helpt bij besluitvorming
Een counselor:
- Agendeert en begeleidt besluitvorming
De counselor agendeert en begeleidt de besluitvorming. De zwangere en haar partner kunnen in vrijheid een weloverwogen beslissing nemen over welke informatie zij willen krijgen over eventuele afwijkingen bij het kind. Zij weten welke keuzemogelijkheden van prenatale (tijdens de zwangerschap) screening (onderzoek) hierbij aansluiten (geïnformeerde keuze).
- Kennis over vindbaarheid en inhoud van actuele landelijke voorlichtingsmaterialen zoals folders, websites, video’s etc.
4. De counselor bespreekt de uitslag
Een counselor:
- Bespreekt het proces van de uitslag
De counselor geeft aan op welke wijze en via wie de zwangere en haar partner de uitslag krijgen. Indien de counselor zelf de uitslag geeft, doet zij dit direct, neutraal, duidelijk en begrijpelijk de uitslag aan de zwangere en haar partner. De counselor geeft aan welke rol zij kan spelen in de begeleiding tijdens een vervolgtraject. De counselor heeft aandacht voor hoe de uitslag wordt ervaren.
Begeleidt vervolgbeslissingen
De counselor begeleidt de zwangere en haar partner bij het nemen van vervolgbeslissingen. De counselor hanteert een getrapt proces; bij alle deelbeslissingen is er sprake van het verkennen van keuzemogelijkheden en waarden, en hulp bij besluitvorming.
- Werkwijze communicatie uitslag binnen de eigen regio
- De organisaties die een rol hebben bij de uitvoering van prenatale (tijdens de zwangerschap) screening (onderzoek) (RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu)-CvB (Centrum voor Bevolkingsonderzoek), Regionale Centra voor Prenatale Screening, counselingspraktijken, counselors, echocentra, echoscopisten, laboratoria)
- ‘Sociale kaart’ eigen regio
- Inhoud gesprek PND-centrum
- Ultrageluid onderzoek (GUO (geavanceerd echoscopisch onderzoek))
- Vlokkentest
- Vruchtwaterpunctie
- (Genetische) diagnostiek
- Kennis van slechtnieuwsgesprek
5. De counselor reflecteert op counselingsvaardigheden gericht op continu verbeteren.
De counselor onderzoekt vanuit praktijkervaringen het niveau van de kennis en vaardigheden van zichzelf over prenatale (tijdens de zwangerschap) screening (onderzoek). Dit vindt plaats op basis van feedback van cliënten, collega’s, andere professionals en zelfreflectie. De belangrijkste vragen daarbij zijn: Hoe heb ik gehandeld? Wat ging goed en waar liggen ontwikkelkansen? De counselor kijkt hierbij naar (de oorzaken van) het gedrag zoals beschreven in de leeruitkomsten en de vertaling van de (actuele) kennisbasis over prenatale screening naar het counselingsgesprek.
Hier vind je meer informatie over scholing en bekwaamheden.