Heb je de NIPT niet-invasieve prenatale test (niet-invasieve prenatale test ) laten doen en is er een aanwijzing voor een chromosoomafwijking? Of heb je een medische indicatie? Dan krijg je vervolgonderzoek aangeboden om meer duidelijkheid te krijgen. Een ander woord voor vervolgonderzoek is prenatale tijdens de zwangerschap (tijdens de zwangerschap ) diagnostiek.

Je kunt vervolgonderzoek krijgen in een Centrum voor Prenatale Diagnostiek, dat is een afdeling van een Universitair Medisch Centrum. Door meer onderzoek te laten doen, kun je zeker weten of jouw kind een chromosoomafwijking heeft.

Wanneer kun je kiezen voor vervolgonderzoek?


Je kunt vervolgonderzoek krijgen als:

  • je een afwijkende uitslag hebt gehad van de NIPT niet-invasieve prenatale test (niet-invasieve prenatale test ). Er is een aanwijzing dat jouw kind een chromosoomafwijking heeft.
  • er medische redenen zijn voor vervolgonderzoek. Bijvoorbeeld als je eerder zwanger bent geweest van een kind met een chromosoomafwijking. Jouw verloskundig zorgverlener kan je hier meer over vertellen.

Soorten vervolgonderzoek


Vlokkentest 

Bij een vlokkentest pakt een arts met een naald via de buikwand of via de vagina een klein stukje van de placenta (moederkoek) weg. Je kunt een vlokkentest krijgen vanaf 11 weken zwangerschap. Het duurt meetsal 3-5 werkdagen voor je de uitslag hebt. Soms is het nodig om de chromosomen extra goed te bekijken. Dat duurt twee weken.

Vruchtwaterpunctie 

Bij een vruchtwaterpunctie prikt de arts met een naald in de buik en neemt een beetje vruchtwater af. Je kunt een vruchtwaterpunctie krijgen vanaf ruim 15 weken zwangerschap. Het duurt meestal 3-5 werkdagen voor je de uitslag hebt. Soms is het nodig om de chromosomen extra goed te bekijken. Dat duurt twee weken.

Er is een kans op een miskraam door een vlokkentest of vruchtwaterpunctie. Dit komt voor bij 2 van de 1.000 vrouwen. 

Uitgebreide echo: GUO geavanceerd echoscopisch onderzoek (geavanceerd echoscopisch onderzoek )

Bij dit echo-onderzoek wordt uitgebreid gekeken naar mogelijke afwijkingen bij het kind. Het onderzoek doet geen pijn en is niet schadelijk voor je kind. Een GUO betekent Geavanceerd Ultrageluid Onderzoek.

Welke mogelijkheden voor vervolgonderzoek heb je?


Dit hangt af van welke test je eerst hebt gedaan en hoeveel weken je zwanger bent.

Als je de NIPT niet-invasieve prenatale test (niet-invasieve prenatale test ) hebt gedaan: 

  • Een vlokkentest.
  • Een vruchtwaterpunctie.
  • Soms ook een uitgebreide echo.

Je hebt een medische reden voor vervolgonderzoek en nog geen test gehad:  

  • De NIPT.
  • Een vlokkentest.
  • Een vruchtwaterpunctie.

Wil je meer weten over vervolgonderzoek?


Dan kun je een uitgebreid gesprek krijgen in een Centrum voor Prenatale Diagnostiek. Een zorgverlener bij het Centrum voor Prenatale Diagnostiek kan je meer vertellen over de uitslag en wat dit voor jouw kind betekent. De zorgverlener bespreekt dan ook met je wat de mogelijkheden zijn. Pas daarna besluit je wat je wilt doen. Je kunt besluiten dat je geen vervolgonderzoek wilt. Of dat je dat wel wilt. Je bent nergens toe verplicht. Je kiest zelf.

Uitslag van vervolgonderzoek


De arts geeft je de uitslag van het vervolgonderzoek. De uitslag kan zijn dat er niets aan de hand is. Maar er is ook een kans dat het onderzoek aangeeft dat je zwanger bent van een kind met een chromosoomafwijking. Dit bericht kan je ongerust of verdrietig maken. En waarschijnlijk heb je veel vragen. Daarom krijg je snel een uitgebreid gesprek met een of meer artsen. Bijvoorbeeld een gynaecoloog, een klinisch geneticus of een kinderarts. Met wie je praat, kan verschillen. Dit hangt af van de afwijking die gevonden is.

Heeft je kind een afwijking?

Als je kind een afwijking heeft, krijg je een gesprek met een of meer deskundigen van het Centrum voor Prenatale Diagnostiek. Dat is een afdeling in een academisch ziekenhuis. Zij vertellen je meer over de afwijking van je kind en wat dit betekent. Wat is de verwachte kwaliteit van leven met deze afwijking? Welke behandelmogelijkheden zijn er? Hoe oud kan je kind worden? Welke beslissingen kun je nemen?

Mogelijkheden na een afwijkende uitslag

Het hangt van de afwijking af, welke mogelijkheden er zijn. Dit kun je met de uitslag doen:

Je kunt je zwangerschap uitdragen en het kind geboren laten worden. Je kunt je gaan voorbereiden op de komst van een kind met een chromosoomafwijking. Ook kun je extra zorg regelen voor je zwangerschap en bevalling.

Soms kan een afwijking zo ernstig zijn, dat het kind tijdens de zwangerschap of kort na de geboorte zal overlijden. De verloskundig zorgverlener zal je hierbij goed begeleiden. 

Je kunt er ook voor kiezen om de zwangerschap te laten beëindigen. Het kind overlijdt dan. Praat erover met de verloskundige, gynaecoloog, kinderarts of klinisch geneticus. En stel al je vragen. Kies je ervoor om de zwangerschap te laten beëindigen? Dan kan dat tot 24 weken zwangerschap.

Je beslist zelf wat je doet met de uitslag

Het kan erg moeilijk zijn om te besluiten wat je moet doen als je ongeboren kind een afwijking heeft. Het is belangrijk dat je een keuze maakt die bij je past.

Heb je behoefte aan ondersteuning?

Deskundigen bij het Centrum voor Prenatale Diagnostiek kunnen je verder helpen. Je kunt er ook over praten met je verloskundige, gynaecoloog of huisarts. Soms kan het ook helpen om te praten met een kinderarts, een klinisch geneticus (erfelijkheidsarts) of een maatschappelijk werker van het ziekenhuis. Vaak kun je ook terecht bij patiëntenorganisaties. Vraag ernaar bij je verloskundige, gynaecoloog of huisarts.

Praten met mensen die belangrijk voor je zijn

Het kan ook helpen om te praten met andere mensen die belangrijk zijn voor je, voordat je een beslissing neemt. Zoals je partner, je ouders, vrienden, een dominee of pastoor, een imam of rabbijn.