Door meer onderzoek te laten doen, kun je zeker weten of jouw kind down-, edwards- of patausyndroom heeft. Een ander woord voor vervolgonderzoek is prenatale tijdens de zwangerschap (tijdens de zwangerschap) diagnostiek.

Wanneer kun je kiezen voor vervolgonderzoek?

Je kunt vervolgonderzoek krijgen als:

  • als je een afwijkende uitslag hebt gehad van de NIPT niet-invasieve prenatale test (niet-invasieve prenatale test).
  • als er medische redenen zijn (medische indicatie) voor vervolgonderzoek. Bijvoorbeeld als je eerder zwanger bent geweest van een kind met down-, edwards- of patausyndroom. Jouw verloskundig zorgverlener kan je hier meer over vertellen.

Denk je erover om jouw zwangerschap te beëindigen? Dan is het belangrijk om eerst vervolgonderzoek te laten doen om zeker te weten of jouw kind down-, edwards- of patausyndroom of een andere aandoening heeft.

Welke mogelijkheden voor vervolgonderzoek heb je?

Dit hangt af van welke test u eerst heeft gedaan en hoeveel weken u zwanger bent.

Wil je meer weten over vervolgonderzoek?

Dan kun je een uitgebreid gesprek krijgen in een Centrum voor Prenatale Diagnostiek.

Een zorgverlener bij het Centrum voor Prenatale Diagnostiek kan je meer vertellen over de uitslag en wat dit voor jouw kind betekent. De zorgverlener bespreekt dan ook met je wat de mogelijkheden zijn. Pas daarna besluit je wat je wilt doen. Je kunt besluiten dat je geen vervolgonderzoek wilt. Of dat je dat  wel wilt. Je bent nergens toe verplicht. Je kiest zelf.