De arts geeft u de uitslag van het vervolgonderzoek. De uitslag kan zijn dat er niets aan de hand is. Maar er is ook een kans dat het onderzoek aangeeft dat u zwanger bent van een kind met een lichamelijke afwijking. Dit bericht kan u ongerust of verdrietig maken. En waarschijnlijk heeft u veel vragen. Daarom krijgt u snel een uitgebreid gesprek met een of meer artsen. Bijvoorbeeld een gynaecoloog, een klinisch geneticus of een kinderarts. Met wie u praat, kan verschillen. Dit hangt af van de afwijking die gevonden is.

 

Heeft uw kind een afwijking?

Meestal is een afwijking die te zien is bij 13 weken niet te behandelen. Maar soms wel, zoals sommige hartafwijkingen.

Als uw kind een afwijking heeft, krijgt u een gesprek met een of meer deskundigen van het Centrum voor Prenatale Diagnostiek. Dat is een afdeling in een academisch ziekenhuis. Zij vertellen u meer over de afwijking van het kind en wat dit betekent. Wat is de verwachte kwaliteit van leven met deze afwijking? Welke behandelmogelijkheden zijn er? Hoe oud kan uw kind worden? Welke beslissingen kunt u nemen?

Mogelijkheden

Het hangt van de afwijking af, welke mogelijkheden er zijn. Soms kunt u zelf beslissen wat u met de uitslag doet:

  • U kunt uw zwangerschap uitdragen en het kind geboren laten worden. U kunt zich gaan voorbereiden op de komst van een kind met een aandoening of afwijking. Ook kunt u extra zorg regelen voor uw zwangerschap en bevalling.
     
  • Bij de 13 wekenecho zijn sommige, vaak ernstige afwijkingen al te zien. Het komt regelmatig voor dat die afwijkingen zo ernstig zijn dat het kind tijdens de zwangerschap zal overlijden. Of vlak erna. De verloskundig zorgverlener zal u hierbij goed begeleiden.
     
  • U kunt er ook voor kiezen om de zwangerschap te laten beëindigen. Het kind overlijdt dan. Praat erover met de deskundigen. En stel ze al uw vragen. Bij een 13 wekenecho heeft u - vergeleken met de 20 wekenecho - meer tijd voor vervolgonderzoek. U heeft dus ook meer tijd om na te denken over wat u met de uitslag doet. Kiest u ervoor om de zwangerschap te laten beëindigen? Dit kan tot 24 weken zwangerschap.

 

U beslist zelf wat u doet met de uitslag

Het kan erg moeilijk zijn om te besluiten wat u moet doen als uw ongeboren kind een afwijking heeft. Het is belangrijk dat u een keuze maakt die bij u past.

Heeft u behoefte aan ondersteuning? Deskundigen bij het Centrum voor Prenatale Diagnostiek kunnen u verder helpen. U kunt er ook over praten met uw verloskundige, gynaecoloog of huisarts. Soms kan het ook helpen om te praten met een kinderarts, een klinisch geneticus (erfelijkheidsarts) of een maatschappelijk werker van het ziekenhuis. Vaak kunt u ook terecht bij patiëntenorganisaties. Vraag ernaar bij uw verloskundige, gynaecoloog of huisarts.

Het kan ook helpen om te praten met andere mensen die belangrijk zijn voor u, voordat u een beslissing neemt. Misschien uw partner, uw ouders, vrienden, een dominee of pastoor, een imam of rabbijn.

Op de website van het Erfocentrum vindt u ook informatie over wat u kunt doen als u heeft gehoord dat uw ongeboren kind een aandoening heeft. Verschillende organisaties geven op hun website meer informatie over lichamelijke afwijkingen.