Je kunt te maken krijgen met verschillende zorgverleners en organisaties. Wie werken er allemaal mee aan de hielprik?

  • Je verloskundige geeft je uitleg over de hielprik en geeft je de folder Screeningen bij pasgeborenen.
  • De gemeente geeft de geboorteaangifte van je kind door aan het RIVM, zodat de hielprik zo snel mogelijk kan worden afgenomen.
  • Een medewerker van de thuiszorg, de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst ) of je verloskundige voert de hielprik uit.
  • Is er na 7 dagen na de geboorte van je kind nog geen hielprik afgenomen? Neem dan telefonisch contact op met het RIVM in jouw regio.
  • Een laboratorium onderzoekt het bloed van de hielprik op een aantal ernstige, zeldzame ziekten.
  • Je huisarts verwijst je naar een ziekenhuis als uit het onderzoek blijkt dat je kind misschien een van de ziekten heeft waarop is gescreend.
  • Is er een vervolgonderzoek nodig? Dat vindt plaats in een ziekenhuis. Daarbij wordt u begeleid door een kinderarts.
  • In overleg met de kinderarts kun je verwezen worden naar de afdeling klinische genetica voor erfelijkheidsvoorlichting en -advies.
  • De landelijke coördinatie van de hielprik is in handen van het centrum Regie Preventieprogramma’s en Opschaling (RPO) van het RIVM.
  • Verblijft je kind in het ziekenhuis in de eerste week na de geboorte? Dan wordt de hielprik door een ziekenhuismedewerker uitgevoerd.