Hieronder vindt u een overzicht van de indicatoren neonatale (na de geboorte ) gehoorscreening en de bijbehorende waarden. De indicatoren worden ook gebruikt bij de jaarlijkse landelijke monitoring en evaluatie.
Indicatoren en kwaliteitsnormen
In opdracht van het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) heeft TNO in samenwerking met alle betrokken partijen in 2008 een indicatorenset ontwikkeld die in mei 2009 en in 2014 werd gereviseerd. Leidend hierbij waren kernindicatoren die voor alle bevolkingsonderzoeken waren vastgesteld. Daarnaast werd een aantal programmaspecifieke indicatoren gehandhaafd. In plaats van normen aan alle indicatoren te koppelen werd een onderscheid gemaakt tussen normen, streefwaarden en signaalwaarden. Aan sommige indicatoren werd geen waarde gekoppeld omdat ze bedoeld zijn om vergelijking in de tijd mogelijk te maken. Een overzicht van deze indicatoren en de daaraan gekoppelde waarden is samen met de definities van de verschillende gehanteerde begrippen hieronder opgenomen. Alle hiervoor benodigde gegevens evenals de voor de uitvoering van het programma benodigde gegevens zijn opgenomen in de minimale gegevensset. Deze set vormt onder andere de basis voor gegevens die geregistreerd dienen te worden in het neonatale (na de geboorte ) gehoorscreeningsinformatiesysteem (NIS (Neonatale Gehoorscreeningsinformatiesysteem )).
Definities normen, streefwaarden en signaalwaarden
Norm
Doel: bewaken van de publieke waarden van de uitvoering.
Definitie: is een minimale uitkomst van een indicator die door een monitor aangetoond haalbaar is, en door literatuur (artikel en/ of rapport) onderbouwd wordt.
Aandachtspunten:
- Normen worden veelal gekoppeld aan indicatoren voor kritische processen binnen het programma; de uitvoering van het programma loopt risico als de norm niet wordt gehaald.
- Niet voldoen aan de norm heeft consequenties voor de uitvoerder (‘comply or explain’). Acties als evaluatie-onderzoek en een stappenplan ter verbetering zijn mogelijke interventies.
- Alleen afwijkingen van de norm die duiden op een verwijtbare fout en/ of waar verwijtbare gezondheidsschade is opgetreden, wordt gemeld bij de IGZ; de IGZ is ook alleen in afwijkingen van normen geïnteresseerd (niet in streef- en signaalwaarden).
- • Bij vernieuwing in programma of nieuwe programma’s bij voorkeur pas normen ontwikkelen als een programma stabiel is, na een aantal jaren.
Streefwaarde
Doel: verbeteren van de publieke waarden van de uitvoering.
Definitie: is een haalbare waarde van een indicator die binnen een afgesproken termijn gewenst is en richting geeft aan uitkomst van een indicator.
Aandachtspunten:
- Het stellen van streefwaarden betreft een inspanning op de uitvoering.
- Aan streefwaarde worden concrete activiteiten gekoppeld om de waarde te bereiken binnen een afgesproken termijn. Prioritering van activiteiten is nodig in tijd en uitvoering en is afhankelijk van de kosten/middelen in verhouding tot baten. Daarom moet een streefwaarde ook realistisch zijn.
- Streefwaarden kunnen pas ontwikkeld worden als we weten wat realistisch of haalbaar is (via monitor of eerdere pilots).
Signaalwaarde
Doel: vroegtijdige signalering van een mogelijke afwijking en/of risico om tijdig en proactief bij te kunnen sturen.
Definitie: is een waarde van een indicator die een signaal (belletje) afgeeft waarbij mogelijk de norm overschreden wordt bij kritische processen in de uitvoering.
Aandachtspunten:
- Signaalwaarden kunnen worden ingezet bij grote verandertrajecten.
- Signaalwaarden kunnen tijdelijk zijn.
Vergelijking in de tijd
Niet elke indicator heeft een norm, streef- of signaalwaarde nodig. De uitkomsten van de indicatoren kunnen ook vergeleken worden in de tijd voor trendanalyse of onderling (benchmark).
Indicator | Teller/noemer | Streefwaarde signaalwaarde norm etc. | Waarde |
---|---|---|---|
Combinatie gehoor- en hielprikscreening |
Aantal kinderen uit JGZ (Jeugdgezondheidszorg) organisaties die de eerste screening (onderzoek
) gecombineerd aanbieden met de hielprikscreening |
Vergelijking in de tijd | |
Deelnamegraad 1e ronde |
Aantal kinderen dat gescreend is De kinderen waarvoor in de noemer gecorrigeerd wordt tellen ook in de teller niet mee. |
Signaalwaarde | ≥ 98% |
Deelnamegraad 2e ronde |
Aantal gescreenden in de 2e ronde |
Signaalwaarde | ≥ 98% |
Deelnamegraad 3e ronde |
Aantal gescreenden in de 3e ronde |
Signaalwaarde | ≥ 98% |
Geen toestemming deelname 1e ronde |
Aantal kinderen waarvan de ouders geen toestemming geven voor de screening |
Vergelijking in de tijd |
|
Kind niet getraceerd voor deelname 1e ronde |
Aantal kinderen dat niet opgespoord kon worden voor deelname 1e ronde (hier horen niet de kinderen bij die niet verschenen op de afspraak al dan niet met het geven van bericht) |
Vergelijking in de tijd |
|
Verwijsadvies opgevolgd |
Aantal kinderen dat eerste bezoek heeft gebracht aan het AC |
Signaalwaarde | 100% |
Afronding audiologische diagnostiek |
Aantal kinderen met een diagnose op het AC |
Signaalwaarde | 100% |
Tijdigheid 1e ronde |
Aantal kinderen dat vóór de 28e dag na geboortedatum gescreend is |
Signaalwaarde | ≥ 97% |
Tijdigheid 2e ronde |
Aantal kinderen dat vóór de 35e dag nageboortedatum voor de 2e keer gescreend is |
Signaalwaarde | ≥ 95% |
Tijdigheid 3e ronde |
Aantal kinderen dat vóór de 42e dag na geboortedatum voor de 3e keer gescreend is |
Streefwaarde | ≥ 95% |
Interval laatste screeningsronde en bezoek AC |
Aantal kinderen dat voor verwijzing in aanmerking komt, dat binnen 24 dagen na de laatste screeningsronde een bezoek heeft gebracht aan het AC |
Streefwaarde | ≥ 95% |
Tijdigheid afronden diagnostiek |
Aantal verwezen kinderen waarbij vóór de dag waarop ze drie maanden (92 dagen) oud werden een diagnose gesteld is |
Streefwaarde | ≥ 95% |
Indicatie interventie |
Aantal kinderen met een indicatie voor een interventie gespecificeerd naar controle, hoortoestel(len), gezinsbegeleiding, consult KNO (Keel-, neus- en oorheelkunde) arts, consult ander specialisme, voorlichting, watchfull waiting |
Vergelijking in de tijd |
|
Tijdigheid start hoortoestellen |
Aantal kinderen met bilateraal gehoorverlies waarbij vóór de leeftijd van 4 maanden gestart is met hoortoestellen |
Streefwaarde Evaluatievraag todat dit in het NIS geregistreerd kan worden |
≥ 95% |
Tijdigheid start gezinsbegeleiding |
Aantal kinderen met gehoorverlies waarbij vóór de leeftijd van 4 maanden gestart is met gezinsbegeleiding |
Evaluatie | |
Geen voldoende bij 1e screening |
Aantal kinderen dat bij de 1e ronde met OAE geen voldoende haalde aan één of beide oren |
Norm | ≤ 7% |
Geen voldoende bij 2e screening |
Aantal kinderen dat bij de 2e ronde met OAE geen voldoende haalde aan één of beide oren |
Signaalwaarde | ≤ 40% |
Geen voldoende bij 3e screening |
Aantal kinderen zonder beiderzijds voldoende na 3 ronden |
Vergelijking in de tijd | |
Verwijspercentage naar AC na drie ronden (bij 100% deelname) |
Percentage verwijzingen als deelname 100% zou zijn: |
Norm | ≤ 0,5% |
Detectiecijfer unilateraal gehoorverlies |
Aantal via de screening opgespoorde kinderen met een blijvend unilateraal gehoorverlies van ≥ 40 dB |
Vergelijking in de tijd | |
Detectiecijfer bilateraal gehoorverlies |
Aantal via de screening opgespoorde kinderen met een blijvend bilateraal gehoorverlies van≥ 40 dB aan het best horende oor |
Vergelijking in de tijd | |
Detectiecijfer uni- en bilateraal gehoorverlies |
Aantal via de screening opgespoorde kinderen met een blijvend gehoorverlies van ≥ 40 db aan één of beide oren |
Vergelijking in de tijd | |
Specificiteit |
Aantal terecht negatieven |
Signaalwaarde | ≥ 99,8% |
Positief voorspellende waarde voor uni- en bilateraal gehoorverlies samen |
Aantal verwezen kinderen dat op het AC een uni- of bilateraal gehoorverlies van minimaal 40 dB bleek te hebben |
Vergelijking in de tijd | |
Positief voorspellende waarde voor bilateraal gehoorverlies bij bilaterale uitval op de screening |
Aantal verwezen kinderen met bilaterale uitval bij de screening dat op het AC een bilateraal gehoorverlies bleek te hebben (minimaal 40 dB aan het best horende oor) |
Vergelijking in de tijd | |
Fout-positieve uitslagen |
Aantal gescreende kinderen met een verwijzing naar het AC waarbij geen sprake was van blijvend gehoorverlies van minimaal 40 dB |
Signaalwaarde | Nog geen waarde |
Tijdigheid geboortegegevens in NIS |
Aantal kinderen dat binnen drie werkdagen vanaf de geboorte met bijbehorende gegevens is ingevoerd in het NIS (geboortedag is dag 0) |
Streefwaarde | ≥ 95% |
Geïnformeerde keuze deelname |
Aantal ouders met voldoende kennis en attitude t.o.v. de JGZ-gehoorscreening die past bij de gemaakte keuze (wel of niet deelname) |
Evaluatie | |
Cliëntervaringen |
Aantal ouders dat (zeer) tevreden is over de kwaliteit van de informatie en bejegening |
Evaluatie | |
AABR gescreende kinderen |
Aantal kinderen dat uitsluitend met de AABR is gescreend |
Vergelijking in de tijd | |
Kosten per opgespoorde patiënt met dubbelzijdig gehoorverlies |
Totale kosten gehoorscreening plus totale kosten diagnostiek van alle verwezen kinderen |
Evaluatie | |
Kosten programma |
Aantal euro dat is uitgegeven aan alle activiteiten en middelen die bij het programma zijn ingezet |
Evaluatie | |
Kosteneffectiviteit programma |
De verdisconteerde kosten van het programma, diagnose en behandeling minus de verdisconteerde besparingen als gevolg van het bevolkingsonderzoek |
Evaluatie |